Diederik Samwel
 

Journalist (o.a. voor NCR en VPRO, auteur van diverse boeken over Suriname)

Auteur en journalist Diederik (‘Didi’) Samwel woonde en werkte vanaf 1998 in totaal zes jaar in Suriname waar hij verschillende boeken over schreef. In 2002 publiceerde hij Blootvoeters en beschuitgras, waarin hij het Surinaams voetbal als uitgangspunt nam. Als journalist, maar ook als voetballer. In 2008 verscheen Suriname in het hart waarin hij zijn persoonlijke ervaringen en die van zijn vrouw Mirjam en hun vier kinderen optekende.  
In 2008 volgde Samwel het Surinaams voetbalelftal tijdens de (mislukte) WK-kwalificatie, hetgeen in november van dat jaar resulteerde in een special van voetbaltijdschrift Hard Gras. Later verscheen een uitgebreidere versie van dit verhaal onder de titel Suriname en de lange weg naar het WK.  
In 2013 verscheen zijn romandebuut Jelaya. Eind 2015 legde hij in Sranan Gowtu verhalen vast over iconen uit de Surinaamse muziekgeschiedenis.  
In 2020 presenteerde Samwel de roman Tropenvader, gebaseerd op het levensverhaal van zijn vader wiens verleden in Nederlands-Indië hem bleef achtervolgen. Hij liet er zelden of nooit iets over los, al helemaal niet over zijn periode in het jongens- en het mannenkamp. Samwel probeert in het boek het dominante en buitenissige gedrag van zijn vader, een succesvolle, biseksuele Amsterdamse advocaat, te doorgronden. Het laat zich lezen als een deels autobiografisch dubbelportret van een zoon die het leven van zijn vader probeert te reconstrueren.  
Sinds 2011 woont en werkt hij in Amsterdam en publiceert hij regelmatig in de VPRO-gids, 360 magazine en NRC Handelsblad. Daarnaast werkt hij als redacteur en columnist voor de Surinaamse nieuwssite Starnieuws. Sinds 2017 is hij bestuurslid van de Stichting Suriprofs.
 
Ik voel me vereerd en ga er dan ook met veel plezier in op de vraag zitting te nemen in het comité van aanbeveling van de Stichting Klinkend Erfgoed Suriname. Dat doe ik vanuit de vaste overtuiging dat we met de ondersteuning van culturele activiteiten ter plaatse Suriname verder tot ontwikkeling kunnen brengen. In de periodes waarin ik heb gewoond en gewerkt in Paramaribo heb ik gemerkt dat Suriname barst van het talent. Of het nu gaat om veelbelovende kunstenaars, schrijvers, muzikanten of sporters. Tegelijkertijd heb ik gezien dat het op veel terreinen ontbreekt aan de voorwaarden, middelen en materialen om al dat talent uit de verf te laten komen. 
Binnen de Surinaamse muziekwereld brengt de Stichting Klinkend Erfgoed Suriname daar verandering in. De komende tijd hoop ik daar van harte aan bij te dragen.